Afbeelding: Gustavo Derfler
Tijd voor een stukje historie. Ik waarschuw alvast: een stukje smerige, idiote en hartverscheurende historie, die helaas nog niet ten einde is. Nog steeds verdwijnen er in dit land zomaar mensen van de aardbodem, van de ene op de andere dag. Niemand die ooit nog van hen hoort. Niet in de media, niet via-via, gewoon nooit meer.
Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe dat zou moeten zijn: één van mijn naasten die ineens onvindbaar is. Maar het is heel veel keren gebeurd, eind jaren zeventig. Personen die onder verdenking stonden van tegenstand tegen het bewind van dictator Videla, zij en hun familieleden, kinderen, vrienden en collega’s waren niet veilig. Het leger en politie werkten nauw samen bij het gewelddadig overvallen van personen, het onderbrengen van deze personen in martelcentra, het martelen van deze personen met de meest gruwelijke technieken, met vaak de dood tot gevolg. Volgens de cijfers van mensenrechtenorganisaties zijn er 30.000 personen op deze manier verdwenen: dit zijn de desaparecidos waar Argentinië wereldwijd naam mee heeft gemaakt.
Gemanipuleerde media, corruptie binnen de politie en andere overheidsorganen, en de doodsangst onder de bevolking zorgden dat wat er gebeurde met de desaparecidos niet naar buiten kwam. Dat de monden gesloten bleven. Dat niemand iets kon doen. Dat niemand het kon tegengaan. Dat niemand, tot op de dag van vandaag, het kon oplossen.
Er zijn uiteindelijk wel veel schuldigen terechtgesteld, maar er zijn mogelijk net zo veel bevelhebbers uit deze afschuwelijke tijd in vrijheid gebleven. De hand is hen vele keren boven het hoofd gehouden. Hoe dat kan? Mensen die in de jaren ’70 tot het netwerk van Videla behoorden bekleden totaan vandaag de dag vooraanstaande posities in de politiek, de rechtsmacht, defensie, de gezondheidszorg en het bedrijfsleven. Alle “problemen” die de individuele en collectieve cases van desaparecidos omringen kunnen met medewerking van deze personen onzichtbaar gemaakt worden. In het verleden veroorzaakte wonden kunnen gewoon blijven rotten. Daarom wordt vaak gezegd dat Argeninië een land is zonder memoria, zonder geheugen.
Ik ga verder met het lezen van het boek Nunca más (1984, in het Engels: Never again), waarin overlevenden verslag doen van hun gevangenneming tijdens het Videla-bewind. Alle details staan erin: over de martelingen via stroomschokken (op plaatsen van het lichaam die je je niet voor wilt stellen), onderdompelingen, ophangingen, tergende mentale destructie. Over de schrijnende leefomstandigheden waarin men verkeerde: rottend en stinkend als levend vuilnis. Mensen brachten soms dagen, soms weken en soms maandenlang wachtend door in een cel in afwachting van hun lot. Niet zelden was dat lot een laatste vliegreis met als final destination de bodem van de Atlantische oceaan. Ik lees door, steeds mijn afschuw wegslikkend, zoals ook veel Argentijnen die het verleden niet willen ontkennen hebben gedaan. Zij en ik willen namelijk wel dat Argentinië haar geheugen terug krijgt.
Reageer op deze post