Het eerste wat ik in Cambodja wilde zien was het tropische, infrastructuurloze eilandje Koh Rong. Maar de 30 uur die daaraan vooraf gingen waren iets minder prettig.
Mijn eerste 30 uur in Cambodja
Eerst reisde ik in ruim zes uur met de bus naar Phnom Penh, en vervolgens nog eens zes uur naar Sihanoukville. Het vervelende was dat ik onderweg nergens geld kon wisselen en ik dus tot mijn aankomst om 22.30u niets te eten had. In heel Cambodja accepteert men de Amerikaanse dollar en de Cambodjaanse riel, maar beide had ik niet op zak.
Het landschap zag er tijdens de hele rit ongeveer hetzelfde uit: eindeloze rijstvelden, al dan niet onder water gelopen, met hier en daar een waterbuffel of een houten huisje op palen.
En dit bord stond ook écht overal. CCP is de politieke partij die sinds 1991 aan de macht is.
foto: wakingupincambodia.wordpress.com
Ik overnachtte in Sihanoukville omdat ik geen andere keus had. En ook het hostel van mijn keuze zat vol en dus kwam ik in Utopia terecht. Een hostel dat ik in de verste verte niet als ‘utopisch’ zou omschrijven. Dormbedden à $2 per nacht, waar je dan ook letterlijk zij aan zij ligt. Toiletten die misschien de week ervoor voor het laatst waren schoongemaakt. En dan gewaarschuwd worden voor bedbugs. En zodra je de dorm uitstapt sta je vrijwel direct aan de bar. Met keiharde, slechte muziek en veel dronken Russen. (Ik raakte met eentje aan de praat en die was overigens wel heel sympathiek. ) Nu wist ik het zeker: morgenvroeg zou ik de eerste boot naar het tropische eiland Koh Rong nemen.
Koh Rong
De boot arriveert aan de pier die zich midden in een piepklein dorpje bevindt. Dit dorp bestaat verder uit een stuk of tien huisjes van lokale bewoners, een meubelmakerij en een hele rits spotgoedkope hostels. Die scoren vooral goed met hun bar, waar de drank spotgoedkoop is en je wordt geholpen door uit de UK afkomstige jongens en meiden in zwembroek of bikini, zonder uitzondering zongebruind en goodlooking. Een paar honderd meter verderop is het rustiger en daar kun je in leuke bungalows overnachten.
Mijn dorm room was helemaal in pin up tattoo stijl.
Op dit eiland is vrijwel geen infrastructuur aanwezig. Electriciteit is er alleen overdag en dan nog op bepaalde uren. Er is geen weg, dus je loopt over het strand. Het water is opgevangen regenwater, dus je moet proberen in 1 minuut te douchen. Afval moet teruggebracht worden naar het vaste land, navullen dus die waterfles!
En dan te bedenken dat het toerisme met de dag toeneemt. De locals zijn er blij mee, uiteraard. Iedere dag gaan zij de jungle in om bomen te kappen, zodat er van het hout nieuwe hostels, bars en bedden kunnen worden gemaakt.
Jungletrekking met Gil en twee Duitse herders
Ik wilde meer zien dan alleen strand en plande een jungletrekking met gids Gil. Hij lijkt een van de weinige personen op dit eiland met écht oog voor de natuur die het zo’n bijzondere plek maakt.
Deze foto heb ik van Gil ontvangen
Deze twee Duitse herders (van Paradise Bungalows) liepen met ons mee. Voor hen is de jungle één grote speeltuin.
Deze foto heb ik van Gil ontvangen
Deze foto heb ik van Gil ontvangen
Tijdens deze trekking zouden we niet veel grote dieren zien (we hoorden wel apen in gevecht, maar we konden ze niet zien) maar des te meer kleine. En werkelijk waar, de kleine beestjes en insectjes die Gil moeiteloos weet te spotten, hebben allemaal iets bijzonders. De voor hen genadeloze jungle wemelt van de vijanden, maar ieder beestje probeert zichzelf op een andere manier te beschermen. Ze veranderen van kleur, ze vermommen zich als een tak, blad of besje, ze zijn giftig of ze bijten je genadeloos (de termieten staan hierom bekend).
Om de haverklap stonden we stil om een felgekleurd diertje dat onderaan een blad hing te observeren. Meestal konden we ze vrij makkelijk fotograferen, zoals je ziet, want wij vallen als menselijke reus buiten de perceptiekaders van zo’n klein beestje. Als ze ons al zien, weten ze dat ze kansloos zijn. En wij maakten alleen maar een fotootje, wat een meevaller moet dat zijn geweest!
hmm……., maar wat een mooie eindbestemming 🙂