Ik kwam aan in Chennai, ik zag, en ik verwonderde me. Dolkomisch is deze stad, ik weet het niet, het doet me echt glimlachen. Ik heb 4 nachten doorgebracht in Triplicane, het beste te omschrijven als een soort moslimbuurt; moskeeen, burkawinkeltjes, mensen die op straat leven, slapen, eten koken alles inclusief. Bakfietsen volgeladen met bananen (mini’s, grote groene, kleine groene, rode of gewoon geel), enorme buffels met schrikwekkende horens, hopen zand, ingestorte gebouwen, mannetjes achter hun naaimachine in een ‘atelier’ niet groter dan een vierkante meter. Op straat lopen betekent je ogen en oren zo wijd mogelijk openhouden en geen moment je concentratie verliezen anders rijden de meest onwaarschijnlijke voertuigen je omver. Het meest scary zijn nog de bussen, die zien eruit alsof ze niet in staat zijn om ook maar 100m verder te komen, en uitpuilend natuurlijk. Maar ook de zeurende autoriksja chauffeurs, 1000-en motorrijders (een ware plaag) en fietsers kunnen er wat van.
Jaja, ik ben weer in de stad. En ik zal nu ophouden met opsommingen maken;-) Gelukkig heb ik hier wel wat relaxte mensen ontmoet, en dat is wel fijn anders had ik niet in het donker over straat gekund en dus gisteren niet naar de bioscoop. Waarschijnlijk had ik dan ook de filmstudio’s die we vandaag bezocht hebben niet kunnen vinden. Erg leuk, je mocht overal rondlopen, allerlei verschillende sets, overal mensen bezig decors in elkaar te timmeren, acteurs liepen rond – die dolenthousiast waren naar ons toe en ons met vragen bestookten ipv andersom. Zelfs daar waar er gefilmd werd konden we gewoon over de regisseurs’ schouder meekijken!
Maar goed; hetgene waarvoor ik kwam, The Hindu, was eigenlijk het enige dat echt tegenviel. Ik was er al voor gewaarschuwd dat het een bureaucratisch geheel is daar, zoals alles in India. Als je bijvoorbeeld iets wil kopen in een ‘moderne’ winkel, moet je altijd aan een aparte counter betalen, dan met je bonnetje verder, dan checkt iemand anders het bonnetje IN de tas met de inhoud van de tas met jouw bonnetje, worden bonnetjes gestempeld en kun je, he-he, veilig de deur uitlopen en raakt niemand gewond.
Maar goed, ik had een ‘helper’ toegewezen gekregen die daar werkt, een collega van de gast die mij had uitgenodigd, zelf is hij in Londen. Deze man legde eerst de contacten voor me bij het College of Journalism. Echter de aardige mensen daar zijn niet zo ruimdenkend, dus zomaar een paar colleges volgen terwijl ik niet het hele programma volg en de fee betaal, bleek niet mogelijk. Wel was ik welkom om volgend jaar een master te komen doen voor ongeveer het dubbele bedrag als wat we in Nederland betalen. Einde verhaal dus. Ik vervolgens naar het kantoor van the Hindu, want daar kon ik volgens hun wel gewoon naartoe om te informeren. Ze hadden mn brief nog niet ontvangen en konden dus nix voor me doen. Als ik de stage wilde doen moest ik wel een brief van mijn universiteit laten zien, voor de credibility. Een officiele visite was nu wel mogelijk maar ook daarvoor moest ik eerst een brief schrijven en dan zou ik later op de dag toestemming krijgen en terug kunnen komen. Zucht. Mr Gopal, mijn helper, belde later en hij zou me wel meenemen en rondleiden. Kom ik daar aan, blijk ik toch een verzoekbrief te moeten inleveren, dus ik krabbel het een en ander neer. Na een paar uur in de stad rondzwerven en telefoontjes met Gopal hoor ik eindelijk dat mijn brief is ondertekend door de editor en dat ik kan komen. Het is inmiddels 6 uur ’s avonds, dag twee. Het bezoekje is OK, ik zie de verschillende redacties en de drukkerij.
De volgende dag probeer ik een brief van de uni in Nederland te regelen, maar er is haast bij want mr Gopal gaat de stad uit en als hij me niet introduceert wordt het nix. Ik heb nu de sfeer op het kantoor kunnen proeven, maar ik kon de bittere smaak maar niet uit mijn mond krijgen. De bureaucratie, de gedrevenheid van de journalisten, de trots waarmee ze werken voor zo’n degelijke, traditionele krant: ik kon me er niet in vinden. Plus het idee dat het regelen me nog 2 dagen zou kosten, en dan de stage zelf…terwijl ik stond te springen om weer verder te gaan R E I Z E N. Besloten dus, om het niet te doen! Jeej, het voelt als een bevrijding.
Kleine ps, Mr Gopal vertelde me wel dat ik mee kan komen naar een conferentie voor journalisten, zo’n 3000 van allover India. Dit is de 20e. Het lijkt me wel gaaf maar ik weet het fijne er nog niet van. Als het inderdaad wel zo makkelijk geregeld kan worden als hij zegt, dan doe ik het! Voor nu, ik ga de stad verlaten en vertrek morgen naar Mamallapuram, een relaxt stranddorpje met indrukwekkende oude tempels aan het strand.
De andere ps had ik al veel eerder kunnen vermelden, maar ik vergat het tot nu toe… Ik zal zeker niet terugkomen rond 1 mei, zoals eerder het plan was. Plan is een woord dat in India eigenlijk niet bestaat, haha. Vandaar. Door het lang rondhangen overal, zie ik dat ik pas een heel klein stukje India heb gehad en het is vrijwel onmogelijk om de rest in sneltreinvaart (ook een niet-bestaand woord) te doen. En dan is er nog Nepal en het vrijwilligerswerk. Mijn visum verloopt op 23 mei dus op of nabij zal ik terugkeren op Schiphol. I’ll keep u posted. Ook heb ik nu voorlopig een Indiaas telefoonnr: 00919986347438. Check indien gewenst even of het lukt om mij per sms te bereiken want dat kan per provider verschillen.
Woesj dat waren weer een hoop mededelingen:-) Ik probeer in mn verhalen zoveel mogelijk over hoe het er hier aan toegaat te verwerken, en indrukken te beschrijven. Maar ik heb vast al zoveel meer over het land geleerd dan dat ik hier neerzet; en er is zoveel meer om te beschrijven, maar voor een deel ben ik er denk ik al aan gewend. Ik besef nu pas hoe weinig ik over India wist voorheen. Dus als er vragen zijn, kom maar op. Ik heb het ook proberen te vangen in foto’s, vanuit mijn volgende bestemming ga ik ze weer proberen te plaatsen:-)